Kenmerken van een triggerpoint

    • bewegingsbeperking en/of stijfheid;
    • gewrichtspijn;
    • krachtsvermindering;
    • pijnklachten en pijnvermijdingsgedrag;
    • vegetatieve reacties zoals zweten, duizeligheid, licht in het hoofd, wazig zien, rillerig zijn of koude handen.
    • kaakfysiotherapie

Hoe ontstaan triggerpoints en wat houden ze in stand?

    • acute (verkeerde beweging, ongeluk) of chronische (langdurig verkeerde houding) overbelasting;
    • langdurige overbelasting van weke delen, zoals RSI (bv. tenniselleboog) en bij sporters;
    • laesie van meerdere structuren zoals bij meniscus en hernia;
    • langdurige immobiliteit, bv. door gips;
    • psychologische factoren zoals stress, depressie, onrust, vermoeidheid;
    • voetafwijking;
    • interne oorzaken zoals chronische infecties, allergieën, endocriene tekortkomingen;
    • slaaptekort;
    • structurele veranderingen zoals verschillen in beenlengte;
    • strakke kleding, riem, dragen van een rugzak.

 

Hoe zijn triggerpoints te herkennen?
De therapeut begint met het verkennen van het pijngebied. Hij zoekt uit welke spieren, in het voor die spier karakteristieke uitstralingsgebied, de pijn veroorzaken en hij onderzoekt die spieren.

van Rumpt

De triggerpoints bevinden zich in de verharde strengen en voelen bij palpatie aan als een plaatselijke verdikking. De patiënt ervaart door de druk de herkenbare pijn. Tevens wordt er gekeken naar afname van spierkracht en spierlengte.

Therapie

De therapie zal gericht zijn op het inactiveren van de myofasciale triggerpoints, waardoor de strakke spierstrengen die verantwoordelijk zijn voor de toegenomen spierspanning, worden losgemaakt. De pijn zal hierdoor afnemen en de spier zal weer zijn normale lengte krijgen.

    • cirkelvormige knedingen;
    • strijkingen met ijs gecombineerd met spierrekkingen;
    • warmte;
    • contractie – relaxatie (aan- en ontspannen);
    • ontspanning;
    • dryneedling


Dryneedling bij myofasciale pijn
 
naalden China

Dry Needling is een  fysiotherapeutische interventie door het KNGF in 2007 opgenomen in het ‘Domein van de Fysiotherapeut’.

Onder dryneedling verstaan we een priktechniek met een acupunctuurnaald zonder dat een vloeistof  in een triggerpoint wordt geïnjecteerd. Vooraf wordt de huid gereinigd met alcohol en wordt de patiënt geïnformeerd over eventuele mogelijke reacties zoals pijn, lokale pijnscheut, rillerigheid en zweten.

Deze behandelvorm is een onderdeel van de therapie bij Myofasciale Pijnklachten. Dry Needling is voor een belangrijk deel  ‘evidence based practice’.

Met Myofasciale Triggerpoint Dry Needling worden actieve triggerpoints in musculatuur gedeactiveerd. Deze spieren zijn vaak verantwoordelijk voor diffuse, zeurende en doffe pijnen met een kenmerkende referred sensation (vaak aangeduid als pseudoradiculaire klachten). Met behulp van een (acupunctuur)naald worden deze triggerpoints aangeprikt met als doel om middels een ‘local twitch responses’ reflexmatige ontspanning te bereiken. De methode is i.c.m. oefentherapie snel, effectief en veelbelovend.

De triggerpoints, behorende bij de uitstralende pijn, worden gelokaliseerd en gefixeerd tussen twee vingers. Vervolgens wordt de speciale gesteriliseerde fijne naald op de specifieke plaats door de huid heen in het onderliggende weefsel ingebracht met als doel het verlichten van de pijn.

Het is een snelle methode om de pijn te doorbreken en de spanning in de desbetreffende spier op te heffen. Na de behandeling neemt de pijn direct af en is er een bewegingstoename in de behandelde spier.

Er kunnen zich na de behandeling complicaties voordoen. Deze zijn vaak van tijdelijke aard:

    • blauwe plekken en bloedinkjes;
    • pijn en ongemak;
    • vermoeidheid en zwakte;
    • misselijkheid;
    • infecties (zeldzaam);
    • verergering van de symptomen gedurende korte tijd.

    Hoeveel behandelingen zijn er nodig?
    Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. Ieder mens reageert nu eenmaal anders op de behandeling. Hoe resoluter een patiënt zijn veroorzakende en klachtonderhou-dende factor(en) aanpakt, des te sneller zal blijvend en goed resultaat worden bereikt.
    In het algemeen geldt: hoe langer de periode tussen het ontstaan van de klacht en het begin van de behandeling is, des te groter het benodigde aantal behandelingen.

    Wat kan de patiënt zelf doen?
    Belangrijk is om te ontdekken welke activiteit en/of houding precies de pijn veroorzaakt, en welke spieren hiervoor verantwoordelijk zijn. Ook is belangrijk welke factoren de klachten in stand houden. Daarbij valt te denken aan stress, verkeerde werkhouding etc. Vanzelfsprekend dient de patiënt een actieve rol te spelen in de behandeling door eventuele adviezen en oefeningen uit te voeren en actief mee te denken en te doen met de therapeut.

    triggerpoint